Vanaf 2025 betaalt België telemonitoring terug voor patiënten met chronisch hartfalen
Aandacht voor een uitdaging voor de volksgezondheid: hartfalen in België
Hartfalen vormt een steeds grotere uitdaging voor de volksgezondheid in België. 200 000 tot 250 000 Belgen krijgen ermee te maken, oftewel 2 tot 3% van de bevolking. De aandoening treft vaker ouderen. Bijna 20% van de patiënten met hartfalen is namelijk 65-plusser. Hartfalen blijft een van meest voorkomende oorzaken voor een heropname in het ziekenhuis. 13 tot 20% van de patiënten wordt opnieuw opgenomen binnen 30 dagen na hun ontslag. De aandoening heeft ook een hoge sterftegraad tot gevolg: bijna de helft van de patiënten met de diagnose is vijf jaar later overleden.
De hoge ziektelast gaat bovendien gepaard met een stevige economische impact. De behandeling van hartfalen slorpt 1 tot 2% van het Belgisch zorgbudget op. Terugkerende ziekenhuisopnames zijn goed voor 80% van de kosten, terwijl ze vaak wel te voorkomen zijn met een beter ziektebeheer.
Telemonitoring: een beproefde oplossing bij hartfalen
Om deze prangende kwestie aan te pakken implementeert de Belgische overheid via een RIZIV-overeenkomst vanaf januari 2025 een terugbetalingsprogramma voor telemonitoring bij patiënten met hartfalen. Dit initiatief maakt deel uit van een bredere overheidsinspanning voor een beter chronisch ziektebeheer en minder vermijdbare ziekenhuisopnames.
Telemonitoring zet technologie in om de vitale parameters van patiënten zoals gewicht, bloeddruk en hartslag continu in realtime te monitoren. Zorgverleners kunnen snel ingrijpen wanneer het systeem afwijkingen oppikt. Het is aangetoond dat deze aanpak het aantal heropnames in het ziekenhuis terugdringt en de gezondheidsresultaten op lange termijn verbetert.
De bouwstenen van het programma
Binnen het nieuwe beleid zullen ziekenhuizen financiële prikkels krijgen om telemonitoring uit te rollen bij patiënten met hartfalen die aan specifieke criteria voldoen. Wie komt in aanmerking? Patiënten die onlangs in het ziekenhuis zijn opgenomen wegens hartfalen, gestabiliseerd zijn tot NYHA-klasse II, III of IV en gekend zijn bij minstens één van de zorgverleners van het telemonitoringteam. Ziekenhuizen moeten minstens 50 patiënten per jaar monitoren binnen twee jaar nadat ze het programma hebben ingevoerd.
De monitoringprotocollen zullen dagelijkse gegevensbeoordelingen en snelle reacties op meldingen voorschrijven, zodat het zorgpersoneel de behandelplannen tijdig kan bijsturen. Deze geïntegreerde benadering beoogt zowel de patiëntveiligheid als de zorgefficiëntie te verbeteren.
Een stap richting een slimmere zorg
Dit initiatief illustreert het Belgisch streven om innovatieve technologieën te verweven in het zorgsysteem. Het programma moedigt telemonitoring aan om een duurzaam model voor chronisch ziektebeheer uit te bouwen, de druk op de ziekenhuizen te verlichten en de levenskwaliteit van patiënten met hartfalen te verbeteren.
Voor meer informatie over het programma en de verwachte impact ervan kunt u terecht op de officiële website van het RIZIV of kunt u de brochure met alle details downloaden.